om01basicoperation0120

De Live Set-functie is een handige manier om tussen verschillende performances te wisselen, terwijl u bijvoorbeeld nummers op een setlist speelt.
Op de MONTAGE M kunt u eenvoudig een Live Set maken door uw favoriete performance in elke sleuf te registreren.

U kunt een performance in de Live Set registreren door de onderstaande procedure te volgen.

LET OP

Sla de performance die u zojuist hebt bewerkt, op voordat u de performance registreert in de Live Set. Wanneer u echter registreert in de Live Set en Store As New Perf. and Register of Overwrite Current Perf. and Register selecteert, hoeft u de performance niet vooraf op te slaan.

Als u een andere performance selecteert of het instrument uitschakelt zonder eerst de performance op te slaan, gaan de bewerkte instellingen verloren.

1Selecteer een performance in het scherm Performance.

Hier moet de [LIVE SET]-knop volledig of gedimd verlicht zijn.

2Houd de knop [SHIFT] ingedrukt terwijl u op de knop [LIVE SET] drukt.

Het scherm Live Set Register wordt weergegeven.

3Selecteer een sleuf voor het registreren van de performance.

Verplaats de cursor met behulp van de selectieknoppen voor sleufnummer en categorienaam, of tik op de sleuf die op het scherm wordt weergegeven.

4Selecteer een van de beschikbare opslagbewerkingen en druk op de knop [ENTER], of tik eenvoudigweg op uw selectie op het scherm.

Store As New Perf. and Register: opslaan als een nieuwe performance en registreren in de sleuf

Overwrite Current Perf. and Register: de huidige performance overschrijven en registreren in de sleuf

Register: registreren

De geselecteerde performance wordt geregistreerd in de sleuf.

Om een nieuwe Live Set in te voegen tussen reeds bestaande Live Set-slots, drukt u op de [ENTER] knop terwijl u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt (of tikt u op een van de Register knoppen op het scherm terwijl u de [SHIFT] knop ingedrukt houdt). De nieuwe Live Set wordt vervolgens geregistreerd op de cursorlocatie.

De Performance die is geregistreerd in de laatste sleuf in de rechterbenedenhoek, wordt verwijderd.

U kunt de inhoud van twee sleuven omwisselen.

1Open het scherm vanuit: [LIVE SET] (of Live Set-pictogram) → User Bank-selectie → [EDIT/].

Het scherm Live Set Edit wordt weergegeven.
Wanneer de Live Set-pagina op de Preset bank of de Library bank open is, verschijnt het scherm Live Set Edit niet.

2Tik op de Job -knop op het scherm.

Het scherm Job wordt weergegeven.

3Tik op de sleuf waar u de performance naartoe wilt verplaatsen en tik vervolgens op de knop Exchange op het scherm.
4Tik op de sleuf waar u de performance naartoe wilt verplaatsen.

De performances van de twee sleuven worden omgewisseld.

5Wanneer de omwisseling is voltooid, tikt u op Done om de bewerking te beƫindigen.
OPMERKING

Als u de gehele bank of de gehele Live Set-pagina wilt kopiƫren of omwisselen, houdt u tegelijkertijd de [SHIFT]-knop ingedrukt en drukt u op de [EDIT/]-knop. Vervolgens verschijnt het dialoogvenster.

U kunt ook patronen, songs of audiobestanden aan Live Set-sleuven toevoegen. Op deze manier kunt u een sleuf selecteren voor het afspelen van een gewenst patroon, song of audiobestand, en vervolgens de performance op het toetsenbord meespelen.

1Open het scherm vanuit: [LIVE SET] (of Live Set-pictogram) → User Bank-selectie → [EDIT/].

Het scherm Live Set Edit wordt weergegeven.

2Selecteer een sleuf of tik op [+] op het scherm.
3Selecteer een van de sleuftypen.
Slot Type Type
PerformPerformance
SongSong
AudioAudiobestand
PatternPatroon
4Tik op de Pattern Name of Audio Name om het scherm Load te openen.
5Selecteer het gewenste patroon of bestand om in de sleuf te registreren.
6Tik op Done om de instelling te voltooien.
OPMERKING

U kunt ook een patroon of song registreren in de Live Set-sleuf door op de knoppen [SHIFT] en [LIVE SET] te drukken als het opgenomen bestand is geselecteerd op het scherm Pattern of het scherm Song.

U kunt een andere Live Set-sleuf selecteren met behulp van een afzonderlijk verkrijgbare voetschakelaar, zoals de FC4 of FC5.
Volg onderstaande procedure.

1Sluit een voetschakelaar (FC4 of FC5) aan op de aansluiting ASSIGNABLE FOOT SWITCH.
2Open het scherm vanuit: [UTILITY] → SettingsMIDI I/O.

Het scherm MIDI I/O wordt weergegeven.

3Stel FS Assign in op Live Set + of Live Set −.

Met Live Set + kunt u de volgende Live Set-sleuf in voorwaartse volgorde selecteren, en met Live Set − kunt u de volgende Live Set-sleuf in omgekeerde volgorde selecteren.