om01basicoperation0300

Met de Zone-functie kunt u meerdere externe apparaten bedienen via het ingebouwde toetsenbord van dit instrument.
Op de MONTAGE M kunt u maximaal acht zones per performance gebruiken.
U kunt deze functie bijvoorbeeld gebruiken om op aanslagsnelheid of nootbereik te schakelen tussen de interne toongenerator (toongeneratorblok) en aangesloten externe geluidsmodules.

1Druk op de knop [PERFORMANCE] om het scherm Performance te openen.
2Selecteer een partij en open het scherm vanuit [EDIT/] → General/PitchZone Settings.

Het scherm Zone Settings wordt weergegeven.

3Controleer de Part Mode-instelling.

Selecteer Internal om het geluid van het toongeneratorblok af te spelen, en External om het geluid van het externe geluidsmodule af te spelen.

OPMERKING

U kunt ook een snelkoppeling gebruiken om de Part Mode-instelling te wijzigen. Wanneer [PART SELECT] is ingeschakeld en u snel twee keer op de overeenkomstige PART-knop drukt (dubbelklikken) schakelt u om tussen de instellingen Internal en External.

4Stel indien nodig de parameters in voor Tx/Rx Ch (Transmit-Receive Channel) en Note Limit.
5Druk op de knop [STORE] om de performance op te slaan.