om01basicoperation0340
1Schakel het instrument uit en stel de knop A/D INPUT [GAIN] in op de minimumwaarde.
2Verbind het externe apparaat met de aansluiting(en) A/D INPUT op het achterpaneel.
Een microfoon aansluiten

OPMERKING
Zorg dat u een dynamische microfoon gebruikt. Condensatormicrofoons kunnen niet worden gebruikt.
Audioapparatuur of een elektronisch instrument aansluiten

(1)Stereoaudioapparatuur (cd-speler en dergelijke)
3Zet het aangesloten apparaat aan en zet vervolgens de MONTAGE M aan.
4Open het scherm vanuit: [UTILITY] → Settings → Audio I/O.
5Selecteer de A/D Input-instelling voor het apparaat dat is aangesloten op de A/D INPUT-aansluiting(en).
Wanneer een microfoon of andere apparatuur met een laag uitgangsniveau is aangesloten, stelt u deze parameter in op Mic. Wanneer een synthesizer of een cd-speler of andere apparatuur met een hoog uitgangsniveau is aangesloten, stelt u deze parameter in op Line.
6Druk op de knop A/D INPUT [ON/OFF].
De knop licht op en de invoer van de audioapparatuur die op de MONTAGE M is aangesloten, wordt ingeschakeld.

7 Luister naar het geluid van het externe apparaat dat is aangesloten op de MONTAGE M en draai aan de [GAIN]-knop om de versterking aan te passen.
Pas de knop zodanig aan dat de SIG/PEAK-lampjes kort rood oplichten bij alleen de hardste ingangsgeluiden.

8Druk op de knop [PERFORMANCE] en selecteer de performance die u wilt gebruiken met het externe apparaat dat op de MONTAGE M is aangesloten.
9Bespeel het toetsenbord terwijl u in de microfoon zingt of geluiden afspeelt met de audioapparatuur.
Pas het A/D INPUT-volume aan met de schuifregelaars.