Op het Osc/Tune-scherm kunt u de oscillator voor elke toets binnen de drumpartij instellen.
- [PERFORMANCE] → [EDIT/
] → Part-selectie → Key-selectie → Osc/Tune

Stelt de geselecteerde drumtoets in die moet worden gebruikt. Instellingen: Off, On
Number (Waveform Number)
Category (Waveform Category)
Sub Category (Waveform Sub Category)
Name (Waveform Name)
Toont de naam van de golfvorm die voor de drumtoets is geselecteerd.
Bank geeft aan welk type golfvorm (Preset, User en Library) wordt toegewezen aan het element. Instellingen: Raadpleeg de Data List.
Stelt in hoe geluid wordt geproduceerd wanneer de interne toongenerator twee keer achter elkaar een noot-aan-bericht met hetzelfde geluid ontvangt. Instellingen: Single, Multi
Single: stopt de eerste noot en speelt dezelfde noot vervolgens opnieuw.
Multi: speelt de tweede noot over de eerste noot heen. Deze instelling zorgt ervoor dat roffels natuurlijk klinken, aangezien vooral crashcimbalen of andere percussie-instrumenten een lange wegsterftijd hebben.
Stelt de toets die moet worden uitgevoerd in op invoegeffect A (InsA) of invoegeffect B (Ins B), of omzeilt het invoegeffect (Thru).
Deze parameter is in principe hetzelfde als Connect (Drum Key Connection Switch) in Effect → Routing in Drum Part Edit (AWM2). Instellingen: Thru, InsA, InsB
Laadt een audiobestand dat als golfvorm op een USB-flashstation is opgeslagen.
Edit Waveform verschijnt wanneer een golfvorm is geladen.
Opent het scherm Waveform Edit.
Verschuift de toonhoogte van de golfvorm die aan de drumtoets is toegewezen. Instellingen: -48-+48
Past de toonhoogte van de golfvorm die aan de drumtoets is toegewezen nauwkeurig aan. Instellingen: -64-+63
Stelt in hoe de toonhoogte reageert op de aanslagsnelheid of de kracht van de toetsaanslag. Instellingen: -64-+63
Positieve waarde: hoe hoger de snelheid, hoe hoger de toonhoogte wordt.
Negatieve waarde: hoe sneller de aanslagsnelheid, hoe lager de toonhoogte wordt.
0: blijft ongewijzigd
Stelt de drumtoets in om MIDI-noot-uit-berichten te ontvangen. Instellingen: Off, On
On: het geluid stopt wanneer u de toets loslaat. Gebruik deze instelling voor percussie-instrumentgeluiden, als u wilt dat deze voortduren zonder wegsterven.
Off: het geluid sterft weg nadat u de toets loslaat.
Deze instelling helpt u te voorkomen dat onjuiste of onnatuurlijke combinaties van drumtoetsen samen worden gespeeld.
U kunt bijvoorbeeld open en gesloten hi-hats aan dezelfde groep toewijzen, zodat u kunt voorkomen dat ze samen worden bespeeld.
Voor drumtoetsen die op natuurlijke wijze met elke combinatie kunnen worden bespeeld, stelt u deze parameter in op Off. Instellingen: Off, 1−127
KeyVar (Drum Key Variation Send Level)
Stelt het niveau in van de drumtoetssignalen die worden verzonden via invoegeffect A of invoegeffect B naar het Reverb- of Variation-effect.
Deze parameter kan voor elke drumtoets worden ingesteld.
Deze parameter is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de instellingen voor Connect (Drum Key Connection), Part Output en Drum Key Output. Instellingen: 0-127
Hiermee wordt de uitgangsbestemming voor de drumtoets ingesteld.
Deze parameter is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de instellingen voor Connect (Drum Key Connection) en Part Output. Instellingen: MainL&R, AsgnL&R, USB1&2–USB29&30, AsgnL, AsgnR, USB1–30
MainL&R: uitgang in stereo (twee kanalen) naar de OUTPUT [L/MONO]- en OUTPUT [R]-aansluitingen.
AsgnL&R: uitgang in stereo (twee kanalen) naar de ASSIGNABLE OUTPUT [L]- en ASSIGNABLE OUTPUT [R]-aansluitingen.
USB1&2–USB29&30: uitgang in stereo (kanalen 1 en 2, naar kanalen 29 en 30) naar de [USB TO HOST]-aansluiting.
AsgnL: uitgang in mono (één kanaal) naar de ASSIGNABLE OUTPUT [L]-aansluiting.
AsgnR: uitgang in mono (één kanaal) naar de ASSIGNABLE OUTPUT [R]-aansluiting.
USB1–30: uitgang in mono (kanaal 1–30) naar de [USB TO HOST]-aansluiting.
Zet de toetsenbordselectie-instelling aan of uit.
Als deze parameter is ingesteld op On, kunt u de gewenste drumtoets voor bewerking selecteren door op een toets op het toetsenbord te drukken. Instellingen: Off, On
Stelt het filter voor de drumpartij in.
U kunt de toonkwaliteit wijzigen door op elke drumtoets een laagdoorlaatfilter en een hoogdoorlaatfilter te gebruiken.
- [PERFORMANCE] → [EDIT/
] → Part-selectie → Key-selectie → Filter

Stelt de afsnijfrequentie in voor het laagdoorlaatfilter. Instellingen: 0-1023
Stelt de aanslaggevoeligheid van de afsnijfrequentie in van het laagdoorlaatfilter.
Voor positieve waarden van deze parameter geldt: hoe sterker (hogere aanslagsnelheid) u de toets speelt, hoe hoger de afsnijfrequentie wordt.
Voor negatieve waarden van deze parameter geldt: hoe sterker u de toets speelt, hoe lager de afsnijfrequentie wordt. Instellingen: -64-+63
Stelt het niveau in van het resonantie-effect op het laagdoorlaatfilter. Instellingen: 0-127
Stelt de afsnijfrequentie in van het hoogdoorlaatfilter. Instellingen: 0-1023
Stelt het niveau en de pan (positie in het stereoveld) in voor elke drumtoets.
- [PERFORMANCE] → [EDIT/
] → Part-selectie → Key-selectie → Level/Pan

Stelt de tijdsduur in die nodig is voordat het volume verandert vanaf het moment dat u een toets op het toetsenbord indrukt tot het moment waarop het volume de waarde bereikt die is ingesteld bij Attack Level. Instellingen: 0-127
Stelt de tijdsduur in die nodig is voordat het volume verandert vanaf het Attack Level tot het Decay 1 Level. Instellingen: 0-127
Stelt de tijdsduur in die nodig is voordat het volume verandert vanaf het Decay 1 Level tot het Decay 2 Level. Instellingen: 0-126, Hold
Stelt de volgende volumewaarde in die moet veranderen vanaf de Attack Level. Instellingen: 0-127
Decay2 Time = 0 – 126

Decay2 Time = Hold

Hiermee wordt het uitgangsniveau van de drumtoets ingesteld.
Met deze parameter kunt u de niveaubalans tussen de drumtoetsen aanpassen. Instellingen: 0-127
Stelt in hoe het niveau (volume) reageert op de aanslagsnelheid of de kracht van de toetsaanslag. Instellingen: -64-+63
Positieve waarden: hoe hoger de snelheid, hoe luider het volume wordt.
Negatieve waarden: hoe langzamer de snelheid, hoe luider het volume wordt.
0: geen veranderingen, ongeacht de aanslaginstelling.
Stelt de pan voor de drumtoets in.
U kunt de positie in het stereoveld voor de drumpartij (drumkit) aanpassen. Instellingen: L63 (links)–C (center)–R63 (rechts)
Stelt de hoeveelheid in waarmee het geluid beurtelings naar links en rechts wordt gepand voor elke toets waarop u drukt.
De waarde die is ingesteld in Pan is de middenpositie voor de rechter- en linkerbeweging van de pan. Instellingen: L64-C-R63
Stelt de hoeveelheid in waarmee het geluid willekeurig naar links en rechts wordt gepand voor elke toets waarop u drukt.
De waarde die is ingesteld in Pan is de middenpositie in het stereoveld. Instellingen: 0-127
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Effect → Element EQ in het scherm Part Edit (AWM2) Element Edit.