Op het scherm Part Settings kunt u de algemene parameters (zoals partijnamen en toongeneratie) voor de partij instellen.
- [PERFORMANCE] → Part Common-selectie → [EDIT/
] → General/Pitch → Part Settings
Het scherm hier is in principe hetzelfde als het scherm dat wordt geopend vanuit General/Pitch → Part Settings in Part Edit (AWM2); de hieronder weergegeven parameters zijn echter toegevoegd.
Stelt in hoe het geluid willekeurig naar links en rechts wordt gepand voor elke gespeelde toets.
De waarde die is ingesteld in Pan is de middenpositie in het stereoveld. Instellingen: 0-127
Stelt in hoe het geluid beurtelings naar links en rechts wordt gepand voor elke gespeelde toets.
De waarde die is ingesteld in Pan is de middenpositie voor de rechter- en linkerbeweging van de pan. Instellingen: L64-C-R63
Stelt in hoe de positie van de toets die u indrukt de positie van de pan-instelling beïnvloedt.
De pan voor nootnummer C3 is het stereoveld dat is ingesteld in Pan.
Door deze parameter op een positieve waarde in te stellen, wordt Pan naar links ingesteld voor lagere toetsen, en naar rechts voor hogere toetsen.
Als deze parameter is ingesteld op de waarde 0, zijn er geen wijzigingen in de pan-instelling. Als de parameter op een negatieve waarde is ingesteld, wordt de pan naar links ingesteld voor lagere toetsen, en naar rechts voor hogere toetsen. Instellingen: -64-+0-+63
Stelt de timing in van de Key On Delay zodat deze synchroniseert met het tempo. Instellingen: Off, On
Stelt de vertragingstijd in vanaf het moment dat de toets wordt ingedrukt tot het moment dat er geluid wordt geproduceerd.
Deze parameter is niet beschikbaar als KeyOnDly Sync is ingesteld op On. Instellingen: 0-127
Deze parameter is niet beschikbaar wanneer KeyOnDly Sync is ingesteld op On. U kunt de timing voor Key On Delay instellen met behulp van nootwaarden. Instellingen: 1/16 (zestiende noten), 1/8 Tri. (achtstenoottriolen), 1/16 Dot. (gepunteerde zestiende noten), 1/8 (achtste noten), 1/4 Tri. (kwartnoottriolen), 1/8 Dot. (gepunteerde achtste noten), 1/4 (kwartnoten), 1/2 Tri. (halve-noottriolen), 1/4 Dot. (gepunteerde kwartnoten), 1/2 (halve noten), Whole Tri. (hele-noottriolen), 1/2 Dot. (gepunteerde halve noten), 1/4 x 4 (groepen van vier kwartnoten; vier kwartnoten per tel), 1/4 x 5 (groepen van vijf kwartnoten; vijf kwartnoten per tel), 1/4 x 6 (groepen van zes kwartnoten; zes kwartnoten per tel), 1/4 x 7 (groepen van zeven kwartnoten; zeven kwartnoten per tel), 1/4 x 8 (groepen van acht kwartnoten; acht kwartnoten per tel)
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via General/Pitch → Zone Settings in het scherm Part Edit (AWM2).
Op het scherm FM-X Settings kunt u de parameters voor FM Color instellen als handig bewerkingshulpmiddel voor de FM-X-geluiden en het algoritme (of hoe de operators zijn gerangschikt).
- [PERFORMANCE] → Part Common-selectie → [EDIT/] → General/Pitch → FM-X Settings
Regelt de aanslagtijd van de EG, waardoor de diepte van de frequentiemodulatie in de loop van de tijd verandert. Instellingen: -99-+99
Regelt de wegsterftijd van de EG, waardoor de diepte van de frequentiemodulatie in de loop van de tijd verandert. Instellingen: -99-+99
Regelt het sustainniveau van de EG, waardoor de diepte van de frequentiemodulatie in de loop van de tijd verandert. Instellingen: -99-+99
Regelt de releasetijd van de EG, waardoor de diepte van de frequentiemodulatie in de loop van de tijd verandert. Instellingen: -99-+99
Verandert het algoritme. Instellingen: Raadpleeg de Data List.
Feedback zorgt ervoor dat de operator zichzelf moduleert door een deel van de uitgangssignalen terug te sturen.
Hier kunt u met deze parameter de mate van een dergelijke modulatie instellen. Instellingen: 0-7
Verandert de diepte van de frequentiemodulatie. Instellingen: -99-+99
Verandert de frequentie van de harmonische boventonen van FM-synthese. Instellingen: -99-+99
Verandert de textuur van FM-synthese. Instellingen: -99-+99
Opent het scherm Algorithm Search.
Stelt het bereik in van de verandering van de afsnijfrequentie door de FEG. Instellingen: -64-+63
Wijzigt het geluid door de afsnijfrequentie van het filter in te stellen. Wanneer het laagdoorlaatfilter is geselecteerd, resulteren hogere waarden hier in een helderder geluid, en resulteren lagere waarden in een donkerder geluid.
Deze parameter wordt gespecificeerd als een offsetwaarde voor de afsnijfrequentie voor het filter. Instellingen: -64-+63
Voegt speciale kenmerken toe aan het geluid door het signaalniveau dichtbij de afsnijfrequentie aan te passen.
Dit wordt opgegeven als een offsetwaarde voor de filterresonantie. Instellingen: −64−+63
Opent het scherm Filter/Amp → Filter Type.
Opent het scherm Filter EG.
Het scherm hier is in principe hetzelfde als het scherm dat wordt geopend vanuit General/Pitch → Pitch in Part Edit (AWM2), behalve dat Legato Slope (Portamento Legato Slope) ongeldig is.
Op het scherm PEG/Scale kunt u de toonhoogte-envelopegenerator en schaal voor de partij instellen.
- [PERFORMANCE] → Part Common-selectie → [EDIT/] → General/Pitch → PEG/Scale
Stelt de tijdsduur in die nodig is voordat de toonhoogte verandert vanaf het moment dat u een toets op het toetsenbord indrukt tot het moment waarop de toonhoogte de waarde bereikt die is ingesteld bij Attack Level. Instellingen: 0-99
Stelt de tijdsduur in die nodig is voordat de toonhoogte verandert vanaf de Attack Level tot de Decay 1 Level. Instellingen: 0-99
Stelt de tijdsduur in die nodig is voordat de toonhoogte verandert vanaf de Decay 1 Level tot de Decay 2 Level. Instellingen: 0-99
Stelt de tijdsduur in die nodig is voordat de toonhoogte verandert vanaf het moment dat u de toets hebt losgelaten totdat de Release Level wordt bereikt. Instellingen: 0-99
Stelt de toonhoogte in voor het moment dat u de toets indrukt. Instellingen: -50-+50
Stelt in dat de toonhoogte verandert van Initial Level nadat u een toets hebt ingedrukt. Instellingen: -50-+50
Stelt de volgende toonhoogtewaarde in die moet veranderen vanaf de Attack Level. Instellingen: -50-+50
Stelt de volgende toonhoogtewaarde in die moet veranderen vanaf de Decay 1 Level. Instellingen: -50-+50
Stelt de uiteindelijke toonhoogte in die moet worden bereikt nadat u de toets hebt losgelaten. Instellingen: -50-+50
Stelt de hoeveelheid toonhoogteverandering in die door de PEG wordt geregeld. Instellingen: 8 oct, 2 oct, 1 oct, 0.5 oct
Als deze parameter bijvoorbeeld is ingesteld op 8 oct kunt u de kleinste waarde voor het EG-niveau van de toonhoogte specificeren om een toonhoogteverandering van -4 octaven te creëren door de toonhoogtewaarde 0 naar de interne toongenerator te sturen, en door de grootste waarde te specificeren om een toonhoogteverandering van +4 octaven te creëren.
Stelt in hoe de tijd van de toonhoogteverandering in PEG reageert op de snelheid of de kracht van de toetsaanslag. Instellingen: 0-7
Stelt in hoe de snelheid van de toonhoogteverandering in PEG reageert op de toetspositie.
De snelheidsverandering in PEG wordt gebruikt voor de opgegeven toets in Center Key (vastgezet op C3). Instellingen: 0-7
Positieve waarden: hoe lager de gespeelde toets, hoe langzamer de verandering in de PEG wordt; hoe hoger de gespeelde toets, hoe sneller de verandering in de PEG wordt.
0: geen PEG-veranderingen, ongeacht de toetspositie.
Verandert de toonhoogte van het element willekeurig telkens wanneer de toets wordt ingedrukt. Instellingen: 0-127
Stelt in hoe de toonhoogte reageert op de aanslagsnelheid of de kracht van de toetsaanslag. Instellingen: -64-+63
Positieve waarde: hoe hoger de snelheid, hoe hoger de toonhoogte wordt.
Negatieve waarde: hoe sneller de aanslagsnelheid, hoe lager de toonhoogte wordt.
0: geen verandering van toonhoogte
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Filter → Type in het scherm Part Edit (AWM2) Element Edit.
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Filter → Filter EG in het scherm Part Edit (AWM2) Element Edit.
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Filter → Scale in het scherm Part Edit (AWM2) Element Edit.
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Filter/Amp → Amp EG in het scherm Part Edit (AWM2).
Het scherm hier is in principe hetzelfde als het scherm dat wordt geopend vanuit Effect → Routing in Part Edit (AWM2). Er zijn echter enkele verschillen, zoals hieronder weergegeven.
Geen uitvoerinstelling voor elk element
Kan Parallel niet selecteren voor Ins Connect
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Effect → InsA of InsB in Part Edit (AWM2).
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Effect → 3-band EQ in het scherm Part Edit (AWM2).
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Effect → 2-band EQ in het scherm Part Edit (AWM2).
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Arpeggio → Common in het scherm Part Edit (AWM2).
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Arpeggio → Individual in het scherm Part Edit (AWM2).
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Arpeggio → Advanced in het scherm Part Edit (AWM2).
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Motion Seq → Common in het scherm Part Edit (AWM2).
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Motion Seq → Lane in het scherm Part Edit (AWM2).
- [PERFORMANCE] → Part Common-selectie → [EDIT/] → Mod/Control → Control Assign
Het scherm hier is in principe hetzelfde als het scherm dat wordt geopend vanuit Mod/Control → Control Assign in Part Edit (AWM2), behalve dat de beschikbare instellingen voor Destination anders zijn.
Voor een lijst met -instellingen raadpleegt u de Data List.
Ook zijn de onderstaande parameters beschikbaar, in plaats van Element Sw.
U kunt de regelaarinstelling voor elke operator in- of uitschakelen. Deze parameter wordt alleen weergegeven als de geselecteerde Destination gerelateerd is aan operators. Instellingen: Off, On
Stelt de gevoeligheid in van de regelaar die is geselecteerd voor de Destination.
Deze parameter is alleen beschikbaar als de Destination is ingesteld op OP Freq of OP AEG Offset. Instellingen: -7-+7
Schakelt tussen de Operator Sw en Operator Rate.
Deze parameter is alleen beschikbaar als de Destination is ingesteld op OP Freq of OP AEG Offset. Instellingen: Off, On
Het scherm hier is in principe hetzelfde als het scherm dat wordt geopend vanuit Mod/Control → After Touch in Part Edit (AWM2), behalve dat de beschikbare instellingen voor Destination anders zijn.
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Mod/Control → Tx/Rx Switch in het scherm Part Edit (AWM2).
Het hier getoonde scherm is hetzelfde als het scherm dat wordt geopend via Mod/Control → Control Settings in het scherm Part Edit (AWM2).
Op het scherm Part LFO kunt u de Part LFO instellen.
- [PERFORMANCE] → Part Common-selectie → [EDIT/] → Mod/Control → Part LFO
Selecteert de LFO-golfvorm en stelt het type cyclische veranderingen voor de LFO's in. Instellingen: Triangle, Triangle+, Saw Up, Saw Down, Squ1/4, Squ1/3, Square, Squ2/3, Squ3/4, Trapezoid, S/H1, S/H2, User
Opent het scherm User LFO Edit.
U kunt een LFO-golfvorm van maximaal 16 stappen creëren.
Stelt de snelheid in van de LFO Wave-wijzigingen, zodat deze worden gesynchroniseerd met het afspelen van arpeggio's of songs. Instellingen: Off (niet gesynchroniseerd), On (gesynchroniseerd)
Stelt de snelheid van LFO Wave-wijzigingen in.
Deze parameter is niet beschikbaar als Tempo Sync is ingesteld op On. Instellingen: 0-63
Verandert de LFO Speed willekeurig.
Deze parameter is niet beschikbaar als Tempo Sync is ingesteld op On. Instellingen: 0−127
Deze parameter is niet beschikbaar wanneer Tempo Sync is ingesteld op On. U kunt de snelheid van veranderingen in LFO Wave instellen door muzieknootwaarden te gebruiken. Instellingen: 1/16 (zestiende noten), 1/8 Tri. (achtstenoottriolen), 1/16 Dot. (gepunteerde zestiende noten), 1/8 (achtste noten), 1/4 Tri. (kwartnoottriolen), 1/8 Dot. (gepunteerde achtste noten), 1/4 (kwartnoten), 1/2 Tri. (halve-noottriolen), 1/4 Dot. (gepunteerde kwartnoten), 1/2 (halve noten), Whole Tri. (hele-noottriolen), 1/2 Dot. (gepunteerde halve noten), 1/4 x 4 (groepen van vier kwartnoten; vier kwartnoten per tel), 1/4 x 5 (groepen van vijf kwartnoten; vijf kwartnoten per tel), 1/4 x 6 (groepen van zes kwartnoten; zes kwartnoten per tel), 1/4 x 7 (groepen van zeven kwartnoten; zeven kwartnoten per tel), 1/4 x 8 (groepen van acht kwartnoten; acht kwartnoten per tel), 1/4 x 16 (zestien kwartnoten per tel), 1/4 x 32 (32 kwartnoten per tel), 1/4 x 64 (64 kwartnoten per tel)
Stelt de vertragingstijd in tussen het moment waarop u een toets op het toetsenbord aanslaat en het moment waarop de LFO actief wordt.
Hoe hoger de waarde, hoe langer de wegsterftijd voordat de LFO in werking treedt. Instellingen: 0-127
Stelt in na hoeveel tijd het LFO-effect gaat infaden nadat de vertragingstijd die is ingesteld in Delay (LFO Delay Time) is verstreken. Instellingen: 0−127
Hoe hoger de waarde, hoe langer het duurt voordat het LFO-effect het maximum bereikt.
0: LFO verandert naar de maximale waarde zonder enige fade-in.
Lage waarde: snelle fade-in
Hoge waarde: langzame fade-in
Stelt de tijd in voor het behouden van het LFO-effect nadat het maximale niveau is bereikt. Instellingen: 0–126, Hold
Hold: geen fade-out
Stelt in na hoeveel tijd het LFO-effect gaat uitfaden nadat de aanhoudduur die is ingesteld in Hold (LFO Hold Time) is verstreken.
Hoe hoger de waarde, hoe langer het duurt voordat het LFO-effect uitfadet.Instellingen: 0-127
Lage waarde: snelle fade-out
Hoge waarde: langzame fade-out
Zet de oscillatie van de LFO terug wanneer een toets wordt ingedrukt. Instellingen: Off, Each-on, 1st-on
Zet de oscillatie van de LFO niet terug. Als op een toets wordt gedrukt, wordt de LFO-golf gestart, ongeacht de fase waarin de LFO zich op dat moment bevindt.
Zet de oscillatie van de LFO telkens terug wanneer een toets wordt ingedrukt en start de golfvorm in de fase die is gespecificeerd door de Phase-parameter.
Zet de oscillatie van de LFO telkens terug wanneer een toets wordt ingedrukt en start de golfvorm in de fase die is gespecificeerd door de Phase-parameter.
Wanneer de tweede noot wordt gespeeld terwijl de eerste noot wordt vastgehouden, wordt het afspelen niet teruggezet.
Stelt de LFO Wave in op afspelen in een lus (herhaald) of one-shot (eenmalig) afspelen. Instellingen: Off, On
Stelt de initiële fase in voor wanneer LFO Wave wordt gereset. Instellingen: 0°, 90°, 120°, 180°, 240°, 270°
Stelt de functie in die moet worden geregeld door de LFO Wave.
Instellingen: Insertion Effect A Parameter1–24, Insertion Effect B Parameter1–24 (afhankelijk van Insertion Effect)
Stelt de diepte in van de LFO Wave-regelaar voor iedere Destination. Instellingen: 0−127
Past de Depth aan voor elke operator.
Zet deze parameter op Off om de LFO uit te schakelen.
Deze parameter wordt alleen weergegeven als de geselecteerde Destination gerelateerd is aan elementen.Instellingen: Off, 0–127
- [PERFORMANCE] → Part Common-selectie → [EDIT/] → Mod/Control → 2nd LFO
Selecteert de tweede LFO-golf.
Instellingen: Triangle, Saw Down, Saw Up, Square, Sine, S/H
De amplitudemodulatiefase wordt verschoven met Sine.
Schakelt tussen de oude set instellingen (Uit: 0-99) en een nieuwe set instellingen met een hogere resolutie (Aan: 0-415) voor Speed (2nd LFO Speed).
Om de compatibiliteit van data die met de oude instellingen zijn gemaakt te behouden, stelt u deze parameter in op Off. Instellingen: Off, On
Stelt de snelheid van LFO Wave (2nd LFO Wave)-wijzigingen in. Instellingen: 0–99 (wanneer Extended is ingesteld op Off), 0–415 (wanneer Extended is ingesteld op On)
Stelt de initiële fase in voor wanneer LFO Wave (2nd LFO Wave) wordt gereset. Instellingen: 0°, 90°, 180°, 270°
Stelt de tijdsduur in voor het infaden van het 2e LFO-effect nadat u de toets hebt losgelaten en de wegsterftijd die is ingesteld in Delay is verstreken. Instellingen: 0-99
Zet de oscillatie van de 2e LFO terug wanneer een toets wordt ingedrukt. Instellingen: Off, On
Deze parameter creëert een vibrato-effect (cyclische veranderingen in de toonhoogte) door gebruik te maken van de LFO Wave (2nd LFO Wave), en laat u de diepte van de toonhoogtemodulatie door de LFO specificeren. Instellingen: 0-99
Stelt de diepte van de modulatie in via LFO-signalen die zijn ingesteld in Pitch Modulation Depth (2nd LFO Pitch Modulation Depth). Instellingen: 0-7
Deze parameter creëert cyclische veranderingen in het volume door gebruik te maken van de LFO Wave (2nd LFO Wave), en laat u de diepte van de volumemodulatie door de LFO specificeren. Instellingen: 0-99
Stelt de diepte van de modulatie in via LFO-signalen die zijn ingesteld in Amplitude Modulation Depth (2nd LFO Amplitude Modulation Depth). Instellingen: 0-7
Deze parameter creëert cyclische veranderingen in de filterafsnijfrequentie door gebruik te maken van de LFO Wave (2nd LFO Wave), en laat u de diepte van de filtermodulatie door de LFO specificeren. Instellingen: 0-99
Druk deze pagina af