Onderdelen van het menu Setup
Gebruik de volgende tabel om diverse functies van het toestel te configureren.
Menu | Onderdeel | Functie | Pagina | |
---|---|---|---|---|
Speaker | Power Amp Assign | Selecteert een luidsprekersysteem. | ||
Configuration | Front | Selecteert de grootte van de voorluidsprekers. | ||
Center | Bepaalt of een middelste luidspreker is aangesloten en de grootte van de luidspreker. | |||
Surround | Bepaalt of de surroundluidsprekers zijn aangesloten en de grootte van de luidsprekers. | |||
Surround Back | Bepaalt of de surround-achterluidsprekers zijn aangesloten en de grootte van de luidsprekers. | |||
Front Presence | Bepaalt of de aanwezigheidsluidsprekers zijn aangesloten en de grootte van de luidsprekers. | |||
Subwoofer | Bepaalt of een subwoofer is aangesloten. | |||
Distance | Bepaalt de afstand tussen elke luidspreker en de luisterpositie. | |||
Level | Past het volume van elke luidspreker aan. | |||
Parametric EQ | Past de toon aan met een equalizer. | |||
Test Tone | Schakelt de weergave van de testtoon in of uit. | |||
YPAO Result | Controleert de voorgaande YPAO-aanpassingen en laad ze opnieuw. | |||
Sound | Information | Geeft informatie weer over het huidige audiosignaal. | ||
Lipsync | Delay Enable | Schakelt de “Lipsync”-aanpassing die is geconfigureerd bij “Auto/Manual Select” in/uit. | ||
Auto/Manual Select | Selecteert de methode om de vertraging tussen de video- en audio-uitgang aan te passen. | |||
Adjustment | Past de vertraging tussen video- en audioweergave handmatig aan. | |||
DSP Parameter | DSP Level | Regelt het niveau van het geluidsveldeffect. | ||
Initial Delay | Regelt de vertraging tussen het directe geluid en het gegenereerde aanwezigheidsgeluidsveld. | |||
Room Size | Regelt het breedte-effect van het aanwezigheidsgeluidsveld. | |||
Liveness | Regelt het verlies van het aanwezigheidsgeluidsveld. | |||
Reverb Time | Regelt de vervaltijd van de achterste nagalm. | |||
Reverb Delay | Regelt een vertraging tussen het directe geluid en de gegenereerde nagalm. | |||
Reverb Level | Regelt het volume van de nagalm. | |||
Surround Initial Delay | Regelt de vertraging tussen het directe geluid en het gegenereerde surroundgeluidsveld. | |||
Surround Room Size | Regelt het breedte-effect van het surroundgeluidsveld. | |||
Surround Liveness | Regelt het verlies van het surroundgeluidsveld. | |||
Surround Back Initial Delay | Regelt de vertraging tussen het directe geluid en het gegenereerde surround-achtergeluidsveld. | |||
Surround Back Room Size | Regelt het breedte-effect van het surround-achtergeluidsveld. | |||
Surround Back Liveness | Regelt het verlies van het surround-achtergeluidsveld. | |||
Surround Decoder | Decode Type | Hiermee selecteert u de surrounddecoder die u wilt gebruiken. | ||
Center Spread | Bepaalt of de signalen voor het middenkanaal naar links en rechts moeten worden uitgebreid bij weergave van een 2-kanaals bron. | |||
Center Image | Past de plaatsing van het middelpunt (breedte-effect) van het voorste geluidsveld aan. | |||
7ch Stereo | Level | Past het algehele volume voor “7ch Stereo” aan. | ||
Front / Rear Balance | Past de balans van het volume voor en achter voor “7ch Stereo” aan. | |||
Left / Right Balance | Past de balans van het volume links en rechts voor “7ch Stereo” aan. | |||
Height Balance | Past de volumebalans in de hoogte voor “7ch Stereo” aan met de aanwezigheidsluidsprekers. | |||
Monaural Mix | Schakelt monoweergave in/uitvoor “7ch Stereo”. | |||
Dynamic Range | Selecteert de dynamische bereikaanpassingsmethode voor de weergave van bitstreamaudio (Dolby Digital- en DTS-signalen). | |||
Volume | Max Volume | Stelt de limietwaarde voor het volume in. | ||
Initial Volume | Stelt het eerste volume in op het moment dat het toestel wordt ingeschakeld. | |||
Adaptive DSP Level | Selecteert of het CINEMA DSP 3D-effectniveau automatisch aangepast moet worden wanneer het volume wordt aangepast. | |||
Virtual Speaker | VSBS | Selecteert of er een Virtual Surround Back Speaker (VSBS) moet worden gecreëerd met de surroundluidsprekers. | ||
Scene | Scene Setting | Hiermee selecteert u de onderdelen die u als de scènetoewijzingen wilt opnemen. | ||
Scene Rename | Verandert de scènenaam die wordt weergegeven op het display op het voorpaneel of het tv-scherm. | |||
Video/HDMI | Information | Toont informatie over het huidige videosignaal en de tv's die zijn verbonden met de HDMI OUT-aansluitingen. | ||
Video Mode | Video Mode | Schakelt de videosignaalverwerking in/uit. | ||
Resolution | Selecteert een resolutie voor de te produceren HDMI-videosignalen. | |||
Aspect | Selecteert een beeldverhouding voor de te produceren HDMI-videosignalen. | |||
HDMI Control | HDMI Control | Schakelt HDMI Control in/uit. | ||
TV Audio Input | Selecteert de audio-ingang op het toestel die wordt gebruikt voor de tv-audio-ingang. | |||
ARC | Schakelt ARC in of uit. | |||
Standby Sync | Selecteert of HDMI Control moet worden gebruikt om de stand-bywerking van de tv en het toestel te koppelen. | |||
HDMI Audio Output | Schakelt de audioweergave via een tv in. | |||
HDCP Version | Selecteert de HDCP-versie voor de HDMI-ingangsaansluitingen. | |||
HDMI Standby Through | Bepaalt of video/audio (invoer via HDMI-aansluitingen) moet worden uitgevoerd naar de tv als het apparaat in de stand-bymodus staat. | |||
Network | Information | Geeft de netwerkinformatie van het toestel weer. | ||
Network Connection | Selecteert de netwerkverbindingsmethode. | |||
IP Address | Configureert de netwerkparameters (zoals IP-adres). | |||
Network Standby | Bepaalt of dit toestel de functie die het toestel inschakelt vanaf andere netwerkapparaten moet worden ingeschakeld/uitgeschakeld. | |||
MAC Address Filter | Filter | Stelt het MAC-adresfilter in om te verhinderen dat andere netwerkapparaten toegang krijgen tot het toestel. | ||
MAC Address | Stelt het MAC-adres in van het netwerkapparaat dat toegang mag hebben tot het toestel. | |||
DMC Control | Selecteert of er een Digital Media Controller (DMC) kan worden gebruikt voor het bedienen van de weergave. | |||
AirPlay Volume Interlock | Schakelt volumeregeling in/uit vanaf iTunes/iPhone via AirPlay. | |||
Network Name | Bewerkt de netwerknaam (de naam van het toestel op het netwerk) die andere netwerkapparaten wordt weergegeven. | |||
MusicCast Link Power Interlock | Bepaalt of andere apparaten op het netwerk ook zullen worden ingeschakeld wanneer de master van het MusicCast netwerk (dit toestel) aan wordt gezet. | |||
Bluetooth | Bluetooth | Schakelt de Bluetooth functies in/uit. | ||
Audio Receive | Disconnect | Verbreekt de Bluetooth verbinding tussen het Bluetooth apparaat (zoals een smartphone) en het toestel. | ||
Bluetooth Standby | Bepaalt of de functie die het toestel inschakelt vanaf Bluetooth apparaten moet worden ingeschakeld/uitgeschakeld (Bluetooth standby). | |||
Audio Send | Transmitter | Schakelt de Bluetooth audiozendfunctie in/uit. | ||
Device Search | Zoekt naar beschikbare Bluetooth apparatuur (luidspreker/hoofdtelefoon) wanneer het toestel wordt gebruikt als Bluetooth audio-zender. | |||
Multi Zone | Information | Geeft informatie weer over Zone2. | ||
Zone2 | Volume | Schakelt volumeaanpassingen in/uit voor weergave in Zone2. | ||
Max Volume | Stelt de limietwaarde voor de volumes in Zone2 in. | |||
Initial Volume | Stelt het volume in Zone 2 in dat wordt gebruikt bij het inschakelen van het toestel. | |||
Audio Delay | Past de timing van de audioweergave in Zone2 aan. | |||
Monaural | Schakelt tussen stereo en mono voor weergave in Zone2. | |||
Enhancer | Schakelt Compressed Music Enhancer voor weergave in Zone2 in/uit. | |||
Tone Control | Hiermee past u apart het niveau van het bereik van de hoge tonen en dat van de lage tonen aan voor weergave in Zone2. | |||
Extra Bass | Schakelt Extra Bass in/uit voor weergave in Zone2. | |||
Left / Right Balance | Past de volumebalans aan voor weergave in Zone2. | |||
Zone Rename | Verandert de zonenaam die wordt weergegeven op het tv-scherm. | |||
Party Mode Set | Target : Zone2 | Schakelt het omschakelen naar de partymodus in/uit. | ||
System | Information | Geeft de systeeminformatie van het toestel weer. | ||
Language | Selecteert de taal van het menu op het scherm. | |||
Audio In | Combineert de videoaansluiting van het geselecteerde ingangssignaal met een audioaansluiting van andere bronnen. | |||
Input Skip | Stelt in welke signaalbron zal worden overgeslagen bij gebruik van de INPUT-toets. | |||
Input Rename | Wijzigt de naam van de signaalbron die op het display op het voorpaneel wordt weergegeven. | |||
Auto Play | Schakelt de automatische weergavefunctie (Auto Play) in/uit voor streamingdiensten, internetradio, mediaservers (pc's/NAS), Bluetooth en USB. | |||
DSP Skip | Stelt in welke geluidsprogramma's zullen worden overgeslagen bij gebruik van de PROGRAM-toets. | |||
Remote Key | PROGRAM Key | Stelt de functie van de PROGRAM-toets van de afstandsbediening in. | ||
Color Key | Stelt in welke functies van het toestel worden toegewezen aan de RED/GREEN/YELLOW/BLUE-toetsen van de afstandsbediening. | |||
Display Set | Dimmer (Front Display) | Wijzigt de helderheid van het display op het voorpaneel. | ||
Volume | Wijzigt de schaal van de volumedisplay. | |||
Short Message | Bepaalt of korte berichten op het tv-scherm worden weergegeven als de unit wordt bediend. | |||
Wallpaper | Selecteert de afbeelding die als achtergrond moet worden gebruikt op het tv-scherm. | |||
Trigger Output | Trigger Mode | Bepaalt de voorwaarden voor de werking van de TRIGGER OUT-aansluiting. | ||
Target Zone | Bepaalt de zone waarmee de TRIGGER OUT-aansluiting synchroon werkt. | |||
ECO | Auto Power Standby | Stelt de hoeveelheid tijd in voor de automatische stand-byfunctie. | ||
ECO Mode | Schakelt de eco-modus (energiebesparingsmodus) in of uit. | |||
Memory Guard | Voorkomt dat de instellingen per ongeluk worden gewijzigd. | |||
Firmware Update | Werkt de firmware bij via het netwerk. |