Koppelen met een Bluetooth® apparaat

Wanneer een Bluetooth apparaat voor het eerst verbonden wordt met het toestel, moeten de toestellen aan elkaar gekoppeld worden (pairing). Bij het koppelen worden de Bluetooth apparaten voor gebruik in elkaars geheugen geregistreerd. Wanneer het koppelen voltooid is, kunnen de toestellen in het vervolg gemakkelijk met elkaar worden verbonden, ook wanneer de Bluetooth verbinding is verbroken.

Opmerking
  • Om de Bluetooth functie te kennen gebruiken, moet u de Bluetooth functie van het Bluetooth apparaat inschakelen.
  • Om de Bluetooth functie te gebruiken, moet u “Bluetooth” in het menu “Setup” instellen op “On”. Zie voor details:

Menu Option

Pairing

  1. Druk op BLUETOOTH om “Bluetooth” als de signaalbron te selecteren.
  1. Druk op OPTION.
  1. Gebruik de cursortoetsen om “Pairing” te selecteren en druk dan op ENTER.
  • De melding “Searching…” verschijnt op het display op het voorpaneel.
Opmerking
  • Als er al een ander Bluetooth apparaat met het toestel is verbonden, moet u de bestaande Bluetooth verbinding verbreken voor u het nieuwe apparaat gaat koppelen.
  • Druk op MEMORY om het koppelen te annuleren.
  1. Schakel de Bluetooth functie van uw apparaat in.
  1. Selecteer “******* Yamaha” (*******: modelnaam van het toestel) van de Bluetooth apparatenlijst op uw apparaat.
  • Nadat het koppelen is voltooid en het toestel is verbonden met het Bluetooth apparaat, zal de melding “Connected” op de display op het voorpaneel verschijnen. Zolang er een Bluetooth verbinding bestaat, zullen de Bluetooth indicators oplichten.
Opmerking
  • Als u gevraagd wordt om een wachtwoord in te voeren tijdens de koppelprocedure, kunt u “0000” invoeren.
  • U moet de koppelprocedure binnen 30 seconden voltooien.
  • Als er geen Bluetooth apparaten worden gevonden, zal de melding “Not found” verschijnen op het display op het voorpaneel.