SEQTRAK Gebruikershandleiding

7. Synth-tracks (SYNTH 1, SYNTH 2, DX)

Er zijn drie Synth-tracks: SYNTH 1, SYNTH 2 en DX. U kunt melodieën produceren door de overeenkomstige Track-knoppen en Synth-toetsen te bedienen.

7.1 Realtime invoer

Druk op de [SYNTH 1]-knop, [SYNTH 2]-knop of [DX]-knop om een Synth-track te selecteren.

Druk op de Synth-toetsen om in realtime te spelen.

Druk op de opnametoets om de opname te starten. U kunt de geluiden (noten) opnemen van de Synth-toetsen die u indrukt.

Tijdens het opnemen knippert de opnametoets rood en wordt de huidige positie in het patroon weergegeven op de drumtoetsen.

OPMERKING

   Realtime invoer is ook mogelijk vanaf externe MIDI-apparaten. Voor meer informatie over kanaaltoewijzingen raadpleegt u "17.2 MIDI-kanalen".

   U kunt overdubs opnemen terwijl eerder opgenomen noten op hun plaats blijven. Als u echter een noot opneemt met dezelfde toonhoogte als een eerder opgenomen noot, wordt de lengte van de eerder opgenomen noot herschreven.

7.2 Quantiseren aan/uitzetten

Om quantisering tijdens het opnemen aan/uit te zetten, houdt u de [ALL]-knop ingedrukt en drukt u op de opnametoets. De Global Meter licht wit op als quantisering is ingeschakeld en gaat uit als quantisering is uitgeschakeld. Dit is standaard ingeschakeld.
Als quantisering is ingeschakeld, worden de opgenomen gegevens automatisch gecorrigeerd als uw ritmische timing tijdens een optreden een beetje hapert.
Quantiseren heeft geen invloed op eerder opgenomen gegevens.

OPMERKING

   Gebruik de SEQTRAK-app om geavanceerde quantiseringsinstellingen te maken. Quantiseren kan worden ingesteld op 1/32, 1/16T, 1/16 (standaard), 1/8T, 1/8 of OFF.

   Quantiseringsinstellingen worden ook toegepast tijdens realtime invoer voor drumtracks.

7.3 Het octaaf wijzigen

Druk op de [OCTAVE]-knop om de toonhoogte van de momenteel geselecteerde Synth-toets met één octaaf te wijzigen. Het octaaf kan binnen een bereik van +2 tot −3 octaven worden gewijzigd. Deze handeling heeft geen invloed op eerder opgenomen gegevens.

7.4 De toonladder wijzigen

Druk op de [SCALE]-knop om de toonladder te wijzigen die wordt gebruikt wanneer de Synth-toetsen worden ingedrukt. Voor elk project zijn acht verschillende toonladders opgeslagen. De standaardinstellingen worden weergegeven in de onderstaande afbeelding. Deze handeling heeft geen invloed op eerder opgenomen gegevens.

OPMERKING

   U kunt de SEQTRAK-app gebruiken om de toonladder van het momenteel geselecteerde project te bewerken.

7.5 De toonsoort wijzigen

Druk op de [KEY]-knop om in halve stappen de toonsoort te veranderen die wordt gebruikt wanneer de Synth-toetsen worden ingedrukt. Deze handeling heeft geen invloed op eerder opgenomen gegevens.

7.6 Akkoorden spelen

Draai aan Sound Design-knop 2 op Sound Design Pagina 1 om te schakelen tussen de MONO-, POLY- en CHORD-instellingen. Voor de CHORD-instelling zijn zeven akkoorden toegewezen. De MONO/POLY/CHORD-instellingen kunnen worden ingeschakeld voor de SYNTH 1-, SYNTH 2- en DX-tracks.

7.7 Akkoorden bewerken

Gebruik de volgende procedure om de akkoorden te bewerken.

1. Draai aan Sound Design-knop 2 op Sound Design-pagina 1 om CHORD te selecteren.

2. Houd de [ALL]-knop ingedrukt en druk op de Synth-toets van het akkoord dat u wilt bewerken. De noten waaruit dat akkoord bestaat, worden op de drumtoetsen weergegeven. Druk op de knop [OCTAVE] om tussen het weergegeven notenbereik te schakelen.

3. Druk op de drumtoetsen om noten toe te voegen of te verwijderen. U kunt maximaal vier noten selecteren. Druk op een Synth-toets om het akkoord van de geselecteerde noten te beluisteren.

Deze handeling heeft geen invloed op eerder opgenomen gegevens.

OPMERKING

   De noten waaruit een akkoord bestaat, kunnen ook worden bewerkt in de SEQTRAK-app.

   Voor elke track kunnen akkoorden worden ingesteld, en deze zijn gekoppeld aan de toonladder van dat project.

   Als een noot in een toonsoort, toonladder of akkoord boven G8 ligt, wordt de noot een octaaf lager gespeeld (bijvoorbeeld A7 voor A8).

7.8 Overschakelen naar toetsenbordinvoermodus

In de toetsenbordinvoermodus kunt u de drumtoetsen bespelen alsof het een toetsenbord is.
Houd de [ALL]-knop ingedrukt en druk op de [KEY]-knop om naar de toetsenbordinvoermodus te schakelen. Op dit moment lichten de Drum-toetsen wit op in de vorm van een toetsenbord.

7.9 Stappen invoeren [OS V1.10]

Synth-tracks kunnen worden bewerkt door stappen in te voeren.
Houd de [PAGE]-knop ingedrukt en druk op de Synth Track-knop of de [SAMPLER]-knop om naar de Step input-modus te gaan. Gebruik dezelfde procedure om de Step Input-modus te verlaten.

Druk op een drumtoets om de corresponderende stap aan/uit te zetten. De stap bevat de laatst gespeelde noot via de Synth-toets/toetsenbordinvoermodus/extern MIDI-apparaat voor de momenteel geselecteerde track. Als er meerdere noten tegelijkertijd worden gespeeld, zoals wanneer MONO/POLY/CHORD is ingesteld op CHORD, worden alle geselecteerde noten voor die stap ingevoerd.

Houd een drumtoets ingedrukt en druk op een Synth-toets om noten die aan de Synth-toets zijn toegewezen aan de geselecteerde stap toe te voegen of ervan te verwijderen. Als MONO/POLY/CHORD is ingesteld op CHORD, worden alle reeds ingevoerde noten verwijderd en worden noten van het akkoord toegevoegd. Als de ingevoerde noten exact overeenkomen met de noten van het akkoord, worden alle noten verwijderd.

Om de lengte van de noten van de geselecteerde stap te wijzigen, houdt u tegelijkertijd een ingeschakelde drumtoets ingedrukt en draait u aan de [ALL]-knop. Als de geselecteerde stap meerdere noten heeft, houd dan tegelijkertijd de Drum- en Synth-toetsen ingedrukt en draai aan de [ALL]-knop om de lengte van individuele noten te wijzigen.
De lengte van de noot wordt aangegeven door de drumtoetsen en de Global Meter.

OPMERKING

   Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld, wordt de Step input-modus automatisch uitgeschakeld.

   In de Step Inputmodus kunt u de Microtiming van noten wijzigen.